Valentijnsgedichten
De zeeIn Lissabon proef je de zucht van verten,
Waait een zoute bries door meisjesharen,
Wanneer helden op cederhouten schepen,
Hen stil groeten over de portokleurige zee.
Dit was een stad van wrakken en tonijn,
Monsters speelden er met de dolfijnen mee.
De fado streelt er het eelt op de harten,
Troostte achtergeblevenen bij de vloedlijn,
En ik heb geluisterd naar het stille breken,
Van stervende krabben die scharen wetten.
Zag klippen van botten en ongeboete netten,
Hoorde jouw stem in de branding smeken.
Rotskathedralen hakten hier het ruwe water,
Passaten waren de erosie van gouden kerken,
In een zeilstad, waar ik op verlaten stranden,
Je eeuwige liefde las, de golven wenkten.
Waardering:
4.31 met 36 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Johan
Printbare versieDit gedicht verzenden naar een vriend(in)Volgende gedicht: Liefde is voor jouVorige gedicht: Ware liefde, weet ik nu, bestaat toch echt