Ik lag in doorwaakte kleren, Tussen droom en tijd verloren, Toen de morgen door mijn venster scheen. Ik voelde sprankelend licht, Aarzelende vingers dansten, Een liefdesdans over mijn dekens. Ik scheurde de nacht aan stukken, Veegde flarden onder mijn kleed, Trok het tuimelraam open, En een dag viel om mij heen.
Waardering: 5 met 25 uitgebrachte stemmen Dit gedicht is ingezonden door Tine