Ik zie alles door een roze bril, vanbuiten kleur ik rood. Zijn mond lijkt op een framboos, zacht en rood. Ik tel bloemblaadjes en vraag me af: "Hoeveel dekseltjes zouden er op een potje passen?" Zijn stem klinkt als oogverblindende engelenkoren. Hij is mijn teddybeer met de troetelende flaporen. Die magnifieke jongen heeft mijn hart veroverd.
Waardering: 1.96 met 28 uitgebrachte stemmen Dit gedicht is ingezonden door Yelena