Valentijnsgedichten
Een gescheurde spiegeling achter een uit het zicht verloren droom,
Schommelend tussen onbewust uitglijden en plotseling opstaan zonder schroom.
Ik loop steeds naar mezelf en weer terug,
Maar als ik aankom, draai ik helaas weer te vlug.
Op zoek naar jou en mezelf of eigenlijk niet,
Ik weet niet wat ik zoek als jij me niet meer ziet.
Een tocht langs mezelf, vol van verse tranen in mineur,
Af en toe wat flauw licht, warmte, maar geen kleur.
Jij zoekt die warmte niet meer bij mij, maar onder een deken,
En dat je dat daaronder vindt, doet oude rustige dromen breken.
In de nacht zijn problemen voor de eenzamen,
Alleen onrust en verdriet glijden onwennig langs donkere ramen.
De dromen liggen onbevangen en tevreden te slapen,
Waar constante pijn en verdriet klaarwakker toch blijven gapen,
En maar niet kunnen rusten zonder haar zoete geur als eerste in de ochtendzon,
Zo treurt mijn gevoel elke dag, helaas zoals het 's nachts steeds weer begon.
Waardering:
6.67 met 30 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Ruud
Printbare versieDit gedicht verzenden naar een vriend(in)Volgende gedicht: Ik durf je alles te vertellenVorige gedicht: Soms voel ik mij zo alleen