Valentijnsgedichten

ValentijnDie jongen

Ik zie alles door een roze bril, vanbuiten kleur ik rood.
Zijn mond lijkt op een framboos, zacht en rood.
Ik tel bloemblaadjes en vraag me af:
"Hoeveel dekseltjes zouden er op een potje passen?"
Zijn stem klinkt als oogverblindende engelenkoren.
Hij is mijn teddybeer met de troetelende flaporen.
Die magnifieke jongen heeft mijn hart veroverd.

Waardering: 1.96 met 28 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Yelena

Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)

Volgende gedicht: Liefde
Vorige gedicht: We vloeien samen tot één
 

liefdesrozen

© 2003 - 2022 Jan Hengeveld.